Ontbrekend bewijs, gerommel met data en tijdstippen en een selectieve toepassing van het label ‘opruiing’ zijn slechts een paar van de ‘oneffenheden’ in de dagvaarding van het Openbaar Ministerie (OM) in het strafproces ‘Burgerarrest’, die Willem Engel op 20 juni 2024 aankaartte bij de Rechtbank Den Haag.
Het was de achtste zitting (inclusief een zitting die door ziekte verviel), sinds de arrestatie van Engel tijdens twee op elkaar volgende, en ad hoc verboden, demonstraties op 10 oktober 2020 in Den Haag, in de aanloop naar de spoedwet.
Engel vergeleek diverse, al gelopen rechtsprocessen en uiteenlopende vonnissen voor vergelijkbare beschuldigingen met elkaar en liet zien hoe tegenstrijdig de uitspraken van rechters, de interpretaties van opruiing door het OM en de willekeurige toepassing van het (demonstratie)recht door burgermeesters sinds 2020 zijn.
Al vroeg in zijn pleidooi vroeg Engel de oudste rechter, mw. mr. dr. Van de Griend, zich te verschonen, op basis van vooringenomenheid. De rechter was betrokken bij het tot stand komen van het vonnis in de strafzaak tegen Gideon van Meijeren, Tweede Kamerlid van Forum voor Democratie. In die zaak werd Van Meijeren schuldig bevonden aan ‘opruiing’. Uit het vonnis bleek dat de rechters de politieke overweging van ‘de verdachte’ mee hadden gewogen in de strafbaarstelling, wat tegen het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens indruist. (De rechter verschoonde zich niet op en hoefde die beslissing niet te beargumenteren, aldus de voorzitter.)
Opnieuw vroeg de advocaat van Engel, Michael Ruperti, de drie rechters om het OM niet-ontvankelijk te verklaren, onder andere op basis van het onrechtmatig verkrijgen van gegevens over zijn cliënt en andere demonstranten. Vooralsnog zag de voorzitter geen aanleiding “tot niet-ontvankelijkheid”, maar sloot niet uit dat het bij het opstellen van het vonnis opnieuw bekeken zou worden.
De data waarvan het OM zich bedient, blijken onder andere te zijn verkregen via stille agenten en drones (ingezet tijdens demonstraties tegen de corona-maatregelen en -beleid), social-media-accounts en andere surveillance methodes van de verschillende inlichtingendiensten. Die data zijn door het OM vervolgens dusdanig ‘geordend’, dat ze een ‘narratief’ vormen waarin de chronologie van feiten geweld wordt aangedaan. Dat narratief moet de rechters schijnbaar overtuigen dat het expliciet voor vreedzaam verzet pleiten door Engel toch als opruiend moet worden gezien.
Als in andere politiek beladen zittingen viel ook nu op hoe weinig onderzoekende, of kritische vragen de rechters partijen stellen. Zelfs tijdens het horen van de enige getuige die dag, Eldor F., stelden noch de rechters, noch de Officier van Justitie een vraag.
Aangenomen mag worden dat het ook de meervoudige kamer vandaag duidelijk werd dat deze strafzaak inmiddels lang en breed is ingehaald door zowel de tijd als de waarheid. Wat voor toeschouwers eveneens knip en klaar werd, was dat de onverbloemde willekeur en het doorzichtige geknutsel in de bewijsvoering van het OM, hel belicht in de casussen-vergelijking van Willem Engel, is voor rechters niet langer verdedigbaar. Het gevaar dreigt, dat het OM de rechtbanken, tezamen met het laatste restje aanzien en vertrouwen dat die nog mochten genieten, als in een snel draaiende kolk definitief met zich mee de afvoerput in lijkt te trekken. Of de meervoudige kamer zich inderdaad de diepte in laat zuigen, of op tijd een stop weet te plaatsen, zal op 4 juli blijken, als het vonnis wordt uitgesproken.
Videoregistratie van de rechtszitting op 20 juni 2020, rechtbank Den Haag. Met dank aan Corstiaan Schippers voor het camerawerk en aan Rico Brouwer voor zijn hulp bij het editen en algehele technische ondersteuning.