Het accepteren van een invitatie om op de Dam een half uur over vrede en verbinding te komen spreken, leidde voor David Icke tot een registratie op het Shengen Information System II, wat betekent dat hij gedurende twee jaar (vanaf november 2022) geen enkel Shengen en SISII gebruikend land binnen kan komen. Ook landen die eveneens SISII raadplegen bij het toelaten van buitenlandse reizigers, zoals Roemenië en de Verenigde Staten, zullen Icke waarschijnlijk eveneens toegang weigeren.
Na zonder succes bezwaar gemaakt te hebben en via de rechtbank een voorlopige voorziening te hebben gevraagd, vond op 19 juni te Haarlem de eerste echte rechtszitting voor een meervoudige kamer plaats. Rechters waren mw. Mr. Van de Veen (voorzitter), mw. Mr. Rouwos en mw. Mr. Van Rijn. Potkaars mocht de zitting opnemen, op voorwaarde dat alleen de opening, pleidooien en sluiting zouden worden gefilmd. Getweet (in het Engels) heef potkaars tijdens de hele zitting: @potkaars.
In de veronderstelling dat hij daarvoor toestemming had, heeft David Icke een deel van de zitting gelivestreamd, totdat de rechter daarover door de persvoorlichter geïnformeerd werd. Icke moest zijn opname staken en van internet verwijderen. Voorzittende rechter Van de Veen zei daarbij dat Icke het vertrouwen van de rechtbank geschaad had. Een boude uitspraak, waarop, opmerkelijk genoeg, niet op in werd gegaan. Het is namelijk diezelfde rechtbank die de SISII registratie gehandhaafd heeft, geen uitzondering voor de kerstperiode (waarin Icke zijn schoonfamilie had willen bezoeken) maakte, Icke niet toestond persoonlijk bij zijn eigen rechtszittingen aanwezig te zijn en nu dus hem ook het filmen van zijn eigen zaak verbood. De vraag rijst wiens vertrouwen door wie wordt geschaad?
De advocaat van David Icke, Mr. Jeroen Pols, stelde in zijn pleidooi dat de Nederlandse overheid Orwells ‘doublethink’ tot een hogere kunst heeft verheven. Omdat Icke afbreuk zou doen aan de democratische rechtsorde, negeert diezelfde democratische rechtsorde zowel de Wet Openbare Manifestatie als Ickes basisrechten, zoals vrijheid van meningsuiting.
Icke zou zich schuldig maken aan anti-institutioneel extremisme door complottheorieën te verkondigen en zich antisemitisch uit te laten. Anti-institutioneel exremisme zou bovendien gelijkgesteld kunnen worden aan Jihadisme, of haatprediken. Dit concludeerde staatsecretaris Eric van der Burg, vertegenwoordigd door Pels Rijcken advocaat Jules de Kort, op basis van drie rapporten: het DRIO-rapport van de politie, een Fenomeenschets van de NCTV en een rapport “Anti-institutioneel extremisme” van de AIVD. De Kort bracht geen pleitnota in. Hij was in de veronderstelling dat hij alleen vragen hoefde te beantwoorden, want alles was al gezegd.
De rechters vroegen vooral naar verduidelijking van het onderscheid tussen bedreiging van de openbare orde, van rust en van veiligheid en waarom er niet naar minder ingrijpende oplossingen was gezocht. De Kort blonk uit door cirkelachtige of, zoals de rechter het noemde, ‘in elkaar grijpende’ redeneringen, waarmee Van de Veen leek te worstelen: de SISII registratie was het gevolg van de mogelijke dreiging die van een speech van Icke uitging. Die mogelijke dreiging had te maken met mogelijk antisemitsche denkbeelden en het zijn van een derde lander (een onderscheid die volgens Pols in dit soort gevallen niet door de jurisprudentie wordt gemaakt). Icke zou niet aan de inreisvoorwaarden hebben voldaan, omdat hij niet in het bezit was van acceptabele opvattingen.
Mordechai Krispijn haalde las een citaat voor uit het boek “De onderduikers” van Peter Hein: aan het begin van WWII riep ook de Joodse Raad de bevolking op de verontrustende geruchten rond de transporten maar niet te geloven. Dat de deportaties later waar bleken te zijn, illustreert het gevaar van censuur voor de hele samenleving. Tot slot maakte Krispijn, als Jood zijnde, bezwaar tegen het framen van Icke als antisemiet door de verweerder en vroeg De Kort daar mee op te houden. Als mede-organisator van de vredesdemonstratie, zou Krispijn de eerste zijn die Icke geen podium had gegeven, als die claim waar zou zijn. Tot nog toe heeft niemand enig bewijs van antisemtistische uitlatingen door Icke voorgelegd, ook de verweerder niet.
Uitspraak volgt op 31 juli.