Vrijdag 21 juli wordt Mariëlle Paul (VVD) door de koning beëdigd als de nieuwe demissionaire minister van primair en voortgezet onderwijs. Ze volgt daarmee de in juni opgestapte Dennis Wiersma op en wordt de elfde vrouwelijke minister, van de in totaal twintig ministers.
Paul is alleenstaand en heeft geen kinderen. Veel expertise op het gebied van primair en secundair onderwijs lijkt Paul, in ieder geval tot 2021, ook niet te hebben. Dat dit problematisch zou kunnen zijn, is door de oude media niet aangekaart. NRC-journaliste Petra de Koning maakt zich in haar artikel van 18 juli 2023 wel zorgen om het feit dat Paul nog geen politiek zwaargewicht is.
Na een studie internationaal recht in Leiden werkte Paul hoofdzakelijk als communicatiepersoon. Haar carrière startte bij BP, aldus Wikipedia, en zes jaar later werd ze corporate communications director bij PR-bedrijf Hill & Knowlton. Een eigen (gedeelde) communicatie adviesbureau volgde, waarna Paul diverse functies bij ABN Amro bekleedde. Bij mediagroep Sanoma werkte Paul twee jaar als communicatie directeur voor de verkoop. Het is mogelijk dat ze daar voor het eerst, indirect, iets met onderwijs van doen heeft gehad, aangezien Sanoma ook lesmateriaal uitgeeft. Daarop volgde een functie als interim communicatie directeur voor Porticus, een NGO van de familie Brenninckmeijer. Onderwijs speelt bij deze ‘filantropische’ instelling ook een rol; de website beschrijft hoe de organisatie zich inzet voor het onderwijzen van kwetsbaren, zoals ‘verplaatste’ jongeren, jongeren in armere landen, gevangenen, enz. Het onderscheiden van ‘echte’ berichtgeving en misinformatie neemt daarin een prominente plaats. De CEO van Porticus, Melanie Maas Geesteranus (ook VVD) was tot 2017 minister en heeft ervaring heeft met de Verenigde Naties, de Wereldbank en het World Economic Forum, aldus de website. Tot slot werkte Paul vier jaar als communicatie directeur bij Koninklijke BAM, voordat ze kamerlid werd.
In mei 2022 leidde Paul de delegatie Interparlementair Koninkrijksoverleg op Sint-Maarten. Een jaar later schreef ze een artikel voor het AD, waarin ze voorstellen deed voor het verbeteren van de PABO. De trajecten voor kleuterleidsters en leraren zouden gesplitst moeten worden (net zoals dat vroeger het geval was bij de ooit kwalitatief hoogstaande lerarenopleiding) en er zou een landelijk curriculum met centrale eindtoets moeten komen. Centralisatie van de lerarenopleiding, dus.
In een interview meet de Universiteit van Leiden komt Mariëlle Paul over als ambitieus, gedreven en hard werkend. Over eventuele ervaring of expertise op het gebeid van primair en secundair onderwijs wordt in de media weinig bericht. Een gebrekkige kennis over de eigen portefeuille en onbekendheid met onderwijsfilosofie is, zeker voor een minister, spijtig. Met Paul lijkt demissionair Rutte IV het kabinet vooral de PR, marketing en communicatie capaciteiten van het Kabinet te hebben versterkt. Beleid wordt immers door globalistische machten voorgeschreven. Een ambitieuze en overijverige marketeer garandeert eenvoudigweg dat dat beleid aan de weinig kritische burger verkocht kan worden.