[Dit artikel volgt op het meer gedetailleerd achtergrond artikel.}
De voorzittende rechter Schindler lijkt, buiten de door de Göttingse Officier van Jusititie voorgelegde beschuldiging dat de verdachte zich onrechtmatig €700.000 uit de donaties zou hebben toegeëigend, weinig interesse te hebben voor feiten of context aangedragen door de verdediging. Dat is tenminste de conclusie die het publiek trekt op vrijdag 19 juli 2024, aan het einde van de twintigste zittingsdag in het strafproces tegen de Duitse advocaat en Stiftung Corona Ausschuss mede-oprichter Reiner Fuellmich. De rechter wijst ook nu weer alle getuigenverzoeken en vrijwel al het aangedragen bewijsmateriaal van de verdediging af.
“Maar heer Fuellmich is er nog niet!”, stamelt de griffier wat onthutst, als de drie rechters in toga, voorafgegaan door de twee lekenrechters, de rechtszaal in zwermen. Dat Fuellmich nog niet is binnengeleid, lijkt tekenend voor het proces. De verdachte die, nadat de rechters zich verontschuldigend weer hebben teruggetrokken, met geboeide handen verschijnt, doet er nog maar net toe – de pogingen van de verdediging zijn kant van het verhaal te onderbouwen, des te minder.
Twistpunt leningen
Het strafproces dat in februari van dit jaar begon, heeft zich inmiddels toegespitst tot de vraag wat de status was van de bedragen die in 2020 en 2021 aan Fuellmich (€200.000 plus €500.00) en aan mede-oprichter Viviane Fischer (€100.000) werden overgemaakt.
Fuellmich en zijn advocaten Katja Wörmer en dr. Christoph Miseré beweren dat het om een drietal leningen ging met een looptijd van een jaar, die een deel van de donaties veilig moesten stellen in een tijd waar de Duitse overheid de bankrekeningen van critici van het corona-narratief liet sluiten of in beslag nam. Ook werd voor een miljoen Euro aan goud gekocht, dat bij derden in bewaring gesteld werd.
Viviane Fischer meent dat de bedragen beschikbaar hadden moeten blijven als liquiditeitsreserves, wat Fuellmich betwist. Tijdens het proces heeft Fuellmich de schriftelijke leenovereenkomsten, die zowel door hem als Viviane Fischer zijn ondertekend, als bewijs ingebracht. Daarin zou niets over een liquiditeitsreserve-eis staan. De rechters hebben deze overeenkomsten echter bestempeld als schijnverdragen.
Begin 2021 spilitsten Viviane Fischer en Reiner Fuellmich zich af van Justus Hoffmann en Antonia Fischer. De laatsten waren zelden aanwezig bij de Corona Ausschuss uitzendingen, droegen organisatorisch niets bij, en Viviane vertrouwde hen niet (zo blijkt tijdens het proces). Toen dezen echter van de leningen vernamen, eisten ze “hun aandeel” op. Vanaf dat moment zou Fuellmich niet meer bereid geweest zijn de €700.00 terug te betalen.
Van het recht op een ‘aandeel’ was volgens Fuellmich geen sprake. Het geld moest ten goede komen aan de uitzendingen. Liever dan het geld bij de twee voormalige collega’s te laten belanden, wilde Fuellmich het bedrag doorsluizen naar ICIC.LAW, een nieuw en vergelijkbaar platform dat hij zonder Viviane Fischer in de Verenigde Staten wilde opzetten. In Californië bezat Fuellmich sinds 10 jaar een ranch en was al vóór de coronacrisis van plan geweest zich daar definitief te vestigen.
Een greep uit de laatste bewijs- en getuigenverzoeken
Om te onderbouwen dat Fuellmich a) de leenovereenkomsten niet geschonden had, omdat er geen sprake was van een liquiditeitsreserve-eis, b) Viviane Fischer de haar geleende €100.000 zelf ook niet als liquiditeitspotje had gereserveerd, c) er daarentegen sprake was van een complot tegen Fuellmich om hem monddood te maken en politiek uit te schakelen (Fuellmich was tevens lijsttrekker voor de politieke partij Die Basis), hadden hij en zijn advocaten tijdens de zittingen van 10 en 12 juli om een reeks getuigen verzocht en bewijsmateriaal(verzoeken) ingediend. Eén van de zaken die daarbij centraal kwam te staan was de geloofwaardigheid van Viviane Fischer.
Zo werd verzocht de rechtsgeleerde Martin Schwab en de indertijd voor Cornona Ausschuss boekhoudende advocaat Tobias Weißenborn op te roepen, om bevestigd te krijgen dat de eis ‘liquiditeitsreserve’ een latere toevoeging van Viviane Fischer was en niet gold ten tijde van het ondertekenen van de leenovereenkomsten. Dit bevestigde Viviane Fischer overigens tijdens haar getuigenis: zij had het “geïnterpreteerd als liquiditeitsreserve”.
Zelf had Viviane Fischer de door haar geleende €100.000 besteed aan het afbetalen van een schuld aan haar man, haar ziektekostenverzekering en haar levensonderhoud. Ook is er een chatbericht van haar aan Fuellmich, waarin ze verzucht niet te weten hoe het geld ooit terug te kunnen betalen. (Het geld heeft ze inmiddels, met aftrek van huurkosten, via een boekverkoop-constructie en een lening van vrienden terugbetaald.)
Dat ze het geld wel degelijk direct liquide had kunnen maken, onderbouwde Viviane Fischer aanvankelijk met het feit dat ze een voorschot had ontvangen voor haar boek “Homo Amicus”. Tijdens een latere getuigenis heette het dat haar vermogende echtgenoot voor het bedrag garant had gestaan.
Diens garantstelling blijkt echter gebaseerd op een recente verklaring. Tijdens de looptijd van de lening van €100.000 had Viviane Fischer een relatie met een andere man en was het echtpaar van tafel en bed gescheiden, aldus Fuellmich. Bovendien betaalde ze met een deel van de €100.00 een lening af die ze haar man nog verschuldigd was. De verdediging betwijfelt daarom of de echtgenoot van Viviane, gedurende de looptijd van de lening en de affaire, bereid was geweest voor de €100.000 garant te staan.
Tijdens haar getuigenissen in maart betoogde Viviane Fischer dat de buitenechtelijke relatie “privé” was en buiten schot moest blijven. Maar omdat alle sinds 3 mei ingediende getuigenverzoeken en aangedragen bewijsmateriaal steevast door de rechters zijn afgewezen, kwam het nu aan op de geloofwaardigheid van Viviane Fischer met betrekking tot de liquiditeitsreserve-eis, aldus Wörmer op 12 juli. Zij en Fuellmich verzochten de rechters dan ook om de echtgenoot en ex-vriend van Viviane te mogen horen, alsook een aantal mensen uit het Corona Ausschuss circuit waar Viviane en haar vriend nachten of vakanties doorbrachten.
Verder verlangde Fuellmich de getuigenis van een vrouw, die Viviane Fischer uit haar studententijd kende en hem benaderd had met informatie over het karakter van zijn ex-collega. Tijdens haar getuigenis zou Viviane gezegd hebben dat de vrouw niet bestond en een fantasiefiguur was. Het bestaan van de vrouw zou volgens Fuellmich moeten bewijzen dat Viviane Fischer niet op haar woord geloofd kan worden. Ook dit verzoek werd tijdens de twintigste zitting afgewezen. Op de geloofwaardigheid van Viviane Fischer zou het niet aankomen, volgens Schindler. Die zou alleen van belang zijn als zij zelf zou worden vervolgd.
Afgewezen werd ook het verzoek Officier van Justitie, Simon Philipp John, te horen vanwege zijn aandeel in Fuellmichs ontvoering vanuit Mexico, in oktober 2023. (Fuellmich werd vervolgens in Frankfurt gearresteerd en zit sindsdien in voorarrest gevangen.)
Ook het verhoren met Hans-Georg Maaßen – oud-directeur van de Duitse geheime dienst, de Verfassungsschutz die zou kunnen getuigen over de complot- en ontvoeringsprotocollen van de geheime diensten – en met experts op het gebied van internationaal recht en uitwijzingen werd afgewezen. Hun bijdragen zouden niet relevant zijn voor de aanklacht.
Het bijvoegen van het schriftelijke oordeel van Officier van Justitie Reinecke, die als eerste belast was met deze zaak en al in juni 2022 oordeelde dat er geen sprake was van een strafdaad (ze werd vervolgens door John vervangen), werd eveneens afgewezen.
Intrede Großenbach
Wel toegestaan werd dat advocaat Frank Großenbach zijn debut maakte als advocaat van Viviane Fischer. Hem in toga aan de aanklagerstafel te zien, ontdaan van de gebruikelijke alpinopet, wekte verbazing onder de toeschouwers, aangezien de man bij vrijwel elke zitting deel had uitgemaakt van het publiek.
Zo luid en aanwezig was hij geweest, als criticus van Fuellmich, dat een van de andere aanwezigen hem, tijdens een zitting in juni, had gedreigd hem te laten verwijderen. Gevreesd werd dat Großenbach de rechter wilde aanzetten tot het instellen van een algeheel publieksverbod.
De bijdrage van Großenbach werd echter uitgesteld tot de volgende zitting, vanwege tijdsgebrek. Vrijdagen zijn halve werkdagen in Duitse rechtbanken en behalve met afwijzingen, vulde die halve 19 juli zich al snel met geprotocolleerde bezwaren en schorsingen.
Bezwaren en schorsingen
De eerste schorsing vond al na de eerste vijf minuten plaats, nadat Katja Wörmer bezwaar had gemaakt dat haar collega Miseré, vanwege zijn vakantie, geen tijd had gehad om op drie door haar ingebrachte stukken te reageren. Een half uur later verwierp Schindler het bezwaar. Haar inbreng was Miseré op 16 juli, een dag vóór zijn vertrek, toegestuurd en dus had hij er kennis van kunnen nemen, luidde zijn conclusie. (De stukken betroffen een e-mail van Fuellmich van 26 augustus 2022, een door hem onder ede afgelegde verklaring van 22 juni 2023 en zijn curriculum vitae.)
Een tweede schorsing volgde toen Wörmer de voltallige kamer wraakte. Dit gebeurde nadat Schindler opmerkte dat de verdediging moedwillig tijd aan het rekken was door steeds maar nieuwe verzoeken in te dienen. Hij besloot daarom dat alle verdere inbreng van de verdediging niet meer tijdens zittingen mag worden voorgelezen, maar opgenomen wordt in de ‘zelfleesmap’. Wörmer bestrijdt dat er van tijdrekken sprake is. “Hadden de rechters al op 3 mei onze verzoeken ingewilligd, dan waren we waarschijnlijk allang klaar geweest.” Ook de vele op vrijdagen geplande (halve) zittingen hebben niet geholpen het proces te bespoedigen.
Met het verbod op verbale inbreng, schroeft de kamer de openbaarheid nog verder terug, aldus Wörmer. Het betekent dat het aanwezige publiek (35–46 personen, afhankelijk van de zaal) en het toch al minieme aantal journalisten, weinig meer zal meekrijgen van wat Fuellmichs team inbrengt. Weliswaar zal de rechter de beargumentering van het besluit ten aanzien van nieuwe verzoeken voorlezen, maar zijn spreektempo blijkt ook voor de meeste Duitse aanwezigen moeilijk bij te houden. Elektronische opnames zijn niet toegestaan; behalve pen en papier, mag er niets mee de zaal in.
In de binnentuin van de Göttinger rechtbank lijkt een modern kunstwerk het proces tegen Fuellmich te weerspiegelen: op een iel-ogend grasmat staat, als een quasi onzichtbare gevangenis, een vierhoek met muren van (plexi)glas. Daarop worden drie zwarte woorden, in verschillende groottes, herhaald: “Du sollst nichts.”
Volgende zitting: 31 juli 2024.