“Zonder de ontwikkeling van alle landen, kan er geen langdurige vrede voor onze planeet zijn”, luidde de (vertaalde) titel van de conferentie van het in Duitsland gevestigde Schiller Institute (SI). De conferentie vond online plaats op 14 en 16 april 2023.
Vier panels met sprekers uit diverse vakgebieden en windstreken – waaronder Scott Ritter, Dr. Jan Hanekamp en Prof. Georgy Toloraya, vice-voorzitter van het Russisch Nationaal Committee voor BRICS Onderzoek – belichtten elk een eigen thema en beantwoordden vragen uit het wereldwijde publiek. De conferentie bood, naast schrijnende verhalen uit de voedselindustrie, stof tot nadenken en behoeft een vervolg.
Aanleiding voor de conferentie was de toenemende dreiging van een derde wereldoorlog, nu de EU en VS ook op een conflict met China aansturen. Dat het bewerkstelligen van vrede is cruciaal is, en dat miljoenen mensen onnodig sterven van de honger, daarover waren de sprekers het eens. Verschil van mening op andere terreinen was ondergeschikt. Zoals SI-lid Rick Sanders bij navraag aangaf: “Het belangrijkste is nu dat we overleven. Alle andere kwesties kunnen we daarna bespreken; dat gaat moeilijker als we dood zijn.”
Net als het WEF, hanteert SI termen als “New World Economic Order” en ‘global citizens movement’. De roep om een nieuwe, al of niet op blockchain gebaseerde, handelsmunt, en het sturen op industriële ontwikkeling, doen vragen rijzen over de intenties van het instituut. Maar de uitgangspunten van SI en de daaraan ten grondslag liggende LaRouche Organisation zijn tegenovergesteld aan die van het WEF.
In navolging van Schiller, stelt SI de menselijke creativiteit en vernuft centraal, waarbij ethiek en esthetiek – in de vorm van de (klassieke) kunsten – een essentiële rol spelen. Doel is wereldwijde welvaart, vanuit het idee dat de creativiteit van de mens eindeloos is, schaarste tot oorlog leidt, en overvloed en creatieve bloei tot vrede.
Uitbreiding van infrastructuur en het koppelen van geld aan fysieke productie(middelen), in plaats van aan speculatieve constructen, zoals met de huidige “casino dollar” het geval is, zijn voorwaarden. Diametraal tegenover het WEF en de eugenisten staat het SI-standpunt ten aanzien van de wereldpopulatie: de mens is intrinsiek goed en toename van de bevolkingsdichtheid per vierkante mijl is een positieve indicator voor die welvaart.
Stof tot nadenken
Maar stof tot nadenken boden vooral de sprekers. Het in 1984 opgerichte SI beschikt over een mondiaal netwerk van (voormalige) politieke en activistische sleutelfiguren. Perspectieven en actualiteiten uit landen die door de reguliere pers onderbelicht blijven, passeerden twee dagen lang de revue.
Indonesisch strategisch analist Connie Rahakundini Bakrie sprak in het eerste panel, met thema “Het toenemende gevaar van WWIII benadrukt het belang van een Nieuwe Inlichtingen Architectuur,” over de ontwikkelingen in de ‘Global South’ en over de hoop die daar leeft voor meer erkenning en begrip, als gevolg van de verdere toenadering tussen “New Russia” en China.
De Braziliaans uitgever Marcos de Oliveira, maakte een kanttekening bij alle jubels over BRICS. Er hebben zich weliswaar 24 landen geïnteresseerd verklaard lid te worden, maar binnen de huidige samenwerking is nog een lange weg te gaan, met name wat betreft de samenwerking van India met China. De Yuan als handelsmunt valt niet bij alle partners goed. Oliveira zat in het derde panel, met thema “Beëindig de casino-economie, voor het te laat is”, waar ook de voedselindustrie aan bod kwam.
Problemen visserij Alsaka
De bijdrage van Jim Moore, voormalig voorzitter van de ‘Troller (lijnvis) Association’ in Alaska was verontrustend. Vissers in Alaska hebben zich altijd onafhankelijk gevoeld en ver van ellende elders gewaand. Maar dat is in korte tijd veranderd en niemand is langer zeker van zijn baan.
Een “extreem-linkse” milieuorganisatie boekt successen met een rechtszaak tegen de Alaskaanse visserij, op basis van de ‘Endangered Species Act’. Zij beschuldigt de vissers ervan dat een zuidelijke walvispopulatie afneemt. Wat daar de oorzaak van is, moet onderzocht worden, vindt ook Moore, maar hij betwijfelt dat het aan de vissers ligt.
Een uit de jaren zeventig stammende wet is als wapen ingezet om de infrastructuur te verstoren. Koelhuizen raakten voor het eerst vol en kochten geen tonijn meer aan. Honderden tonnen werden niet verwerkt. Ook zouden er te weinig containers zijn en de vraag naar sommige producten zou afnemen. Vervolgens stortte de prijs van zwaardvis in, waardoor die visvangst economisch niet meer haalbaar is. De regering wil dat de visserij haar activiteiten tijdelijk staakt, totdat de rechtszaak is afgerond.
Intussen stijden Alaskaanse afgevaardigden in Congress voor de vissers en proberen zich via een ‘amicus curiae’ in de rechtszaak te mengen. De vissers onderling zijn hechter verbonden dan ooit, maar er dreigt een totale instorting van hun industrie, met alle gevolgen voor de voedselvoorziening van dien.
Monopolisering van de agrarische sector V.S.
Ook Bob Baker, lid van SI’s Agrarische Commissie en spreker tijdens de recente boerendemonstratie in het Haagse Zuiderpark, luidt de alarmbel. Hij stelt dat er een eind moet komen aan het tegen elkaar uitspelen van landen. Mexico, het land dat bij uitstek geassocieerd wordt met maïs, wordt gedwongen maïs van de VS te kopen.
Tegelijkertijd mag de VS niet voldoende vlees voor de eigen markt produceren, terwijl ze die capaciteit wel hebben. Een groot deel van het vlees moet uit arme landen komen. Het gevolg is dat in eigen land steeds meer mensen zonder werk komen te zitten, terwijl dit vaak kwalitatief minderwaardige vlees de Amerikaanse consument als ‘U.S. beef’ wordt verkocht.
Ook moet er een einde moet komen aan de monopolisering van de voedselverwerking, bemesting en zaden. Boeren moeten de ruimte krijgen minder chemicaliën te gebruiken, er moet waarheidsgetrouwe productinformatie komen en vee mag niet gedwongen geoormerkt te worden.
Baker constateert dat er hele landen zijn die geen (bepaald) voedsel mogen produceren. Maar als voedselproducenten gewoon hun gang konden gaan, zouden er nergens ter wereld mensen honger lijden, aldus Baker. In plaats daarvan wordt de agrarische sector gerund door grote corporaties die bedrijven opkopen om te speculeren. Het gaat hen niet om het product; zodra een bedrijf is overgenomen wordt er op personeel bezuinigd, zowel in aantallen als via hun salarissen. Dit heeft een enorm effect op de voedselproductie. Door gebrek aan personeel zijn er in de VS bijvoorbeeld veelvuldig problemen met treinen. Het voedselaanbod neemt merkbaar af.
Intussen heeft de agrarische sector het hoogste percentage zelfmoorden van alle sectoren in de VS. En dat alles als gevolg van het speculatieve karakter van de financiële spelers. De morele autoriteit en verantwoordelijkheid voor planning en productie terug moet naar de producent, vindt Baker.
De boer als slaaf
In Frankrijk is het niet beter. Philippe Grégoire, president van de Nationale Beweging van Veefokkers, wenst meer samenwerking en minder competitie in de branche. Dumpbeleid moet worden afgeschaft, net als het ‘laagste bieder’ principe. Hij stelt voor de nooit in werking gestelde Havana Charter uit 1948 als uitgangspunt te nemen.
Tussen 1980 en 2000 zijn miljoenen boeren beperkt in het gebruik van productiemiddelen en is de agrarische sector opgeslokt via overnames door multinationals. “We hebben nu maar een paar marktleiders voor kippenvlees en slechts twee voor kalfsvlees. Het levert meer op om koeien jong te slachten.” Verder vindt hij dat boeren nooit geïndustrialiseerd en gemonopoliseerd hadden mogen worden; dat past deze sector niet: “Wij zijn een heel andere beroepsgroep; wij werken met weer en wind.”
Grégoire is pessimistisch over de deal die Macron onlangs met China heeft gesloten: “De producenten zullen de verliezers zijn.” De focus moet niet op grote volumes liggen, maar op bijvoorbeeld de irrigatie van land. Hij ergert zich eraan dat er ook via de agrarische pers alsmaar gestuurd wordt op het genereren van alsmaar grotere oogsten, terwijl er juist heel veel voedsel verloren gaat. “Boeren zijn tot soldaten verworden in het leger van de agrarische industrie.”
Grégoire merkt dat er bewust tweedracht onder Europese boeren wordt gezaaid. Er is discrepantie tussen de situatie van Franse en Italiaanse boeren ten opzichte van de Noord-Europese collega’s. Omdat de prijzen worden gebaseerd op het Bruto Nationaal Product van het producerende land, zijn boeren in Duitsland beter af dan de Franse, bijvoorbeeld. Tegelijkertijd is de Euro een oorlogswapen geworden en leent zich niet meer goed voor agrarische handel. In ieder geval niet die van Italië, Spanje en Frankrijk.
Daarnaast hebben boeren te maken met de onrealiseerbare projecten die de groenen erdoor drukken en die het inkomen van de landbouwers negatief beïnvloeden. Ze worden gedwongen giftige kunstmest in te zetten om de beoogde volumes te realiseren. Als de EU zich niet bij BRICS zal aansluiten, ziet Grégoire het somber in voor de hele industrie.
Suïcide was al hoog onder boeren in India. Maar ook Italië heeft er bijna twee per dag en de voedselmarkt is er aan het instorten. Hij houdt grote Amerikaanse spelers daarvoor verantwoordelijk. Met spoed zou de factureringsindustrie moeten worden overgenomen, vindt Grégoire. Die vormt een groot deel van de agrarische sector en investeert nu in synthetisch voedsel; in zichzelf, dus. De sector is een geldmarkt geworden waarin de boer tot slaaf is gereduceerd, aldus Grégoire.
Wurgende schulden Afrika en eindeloze invasies Afhanistan
Veel sprekers constateren problemen in het huidige financiële stelsel en een noodzaak tot “de-dollarisation”. De uit de Democratische Republiek Congo stammende Secretaris-Generaal van de ‘Pan-African League’, Diogene Senny, pleit voor kwijtschelding van de wurgende schulden waarin de VS en het westen Afrika hebben ingerommeld. Ook de scheefgetrokken ratio van derivatives tot assets, de wens terug te keren naar de in 1932 geïntroduceerde Glass-Steagall Act en zeer veel andere onderwerpen kwamen aan bod.
Alleen voor Afghanistan lagen de meeste nog te ver van hun de werkelijkheid: “Hoe kunnen wij ons druk maken om educatie, of esthethiek, als we alleen maar bezig zijn met overleven?!” bracht de IBN Sina afgevaardige Raoefi Abdul bijna wanhopig uit. Vanuit de EU mag nog geen vrachtwagen aan Afghanistan verkocht worden, zolang de sancties tegen dat land van kracht zijn.
Gedurende de laatste 100 jaar is Afghanistan zes maal door buitenlandse mogendheden binnengevallen, wel vier keer door de Britten. Het land wil met rust gelaten worden om met tijd, ruimte en middelen zichzelf weer op te bouwen. Afghanen in het buitenland sturen regelmatig geld naar ‘huis’, zo ook Abdul, maar door de inflatie wordt dat steeds moeilijker. Dankbaar zegt Abdul te zijn voor de nieuwe lithium mijn, waarin China investeert. “Zo komt er toch wat geld het land binnen,” aldus Abdul. De definities van ‘invasie’, ‘rust’ en ‘modern kolonialisme’ zijn verder niet besproken.
Conference: Without the Development of All Nations, There Can Be No Lasting Peace for the Planet