“Nieuwe actie volgt in mijn rechtszaak tegen #Rutte #NATO. Zie video: er zal gerechtigheid moeten komen voor veel gedupeerden.”
(Karim Aachboun op Twitter, 30 januari 2025)
Een dag nadat fiscaal expert Karim Aachboun aankondigde dat een nieuwe actie zou volgen in de door hem geïnitieerde rechtszaak tegen de NAVO en haar secretaris-generaal, Mark Rutte, en drie dagen voordat het vonnis bekend zou worden, heeft de Marokkaans-Nederlandse appellant het Hof van Cassatie verzocht de zaak aan het gerechtshof te onttrekken. Kort nadat dit bericht via het gerechtshof te Brussel naar buiten kwam, plaatste Aachboun boven- en onderstaande tweets op Twitter (X), waarin hij aangaf niet meer over de zaak te mogen publiceren, voordat hij een rectificatie had geplaatst.
Het Hof van Beroep te Brussel liet laat in de middag weten dat op 3 februari geen uitspraak in het hoger beroep van de door Aachboun verzochte voorlopige voorziening zal volgen.
Het publicatieverbod dat Aachboun is opgelegd lijkt, gezien het tijdstip van zijn tweets, eerder een gevolg van dan de aanleiding te zijn voor het verzoek tot onttrekking. De indruk wordt gewekt dat Aachboun niet over de argumenten voor zijn verzoek tot onttrekking mag communiceren, maar zonder verdere input is dit slechts speculatie.
Het laten weghalen van een zaak bij een rechter is een buitengewoon rechtsmiddel en een dergelijk verzoek kan alleen gegrond worden verklaard als rechters van een rechtbank niet in staat lijken om onafhankelijk en onpartijdig tot een uitspraak te komen, of als daarover twijfel bestaat bij een van de partijen, derden of de publieke opinie.

Voor het onttrekken van een rechtszaak moet aan één of meer van vier voorwaarden zijn voldaan:
1) het bestaan van twee bloed- of aanverwanten (verwantschap door huwelijk of partnerschap) tot de derde graad, tussen de rechter en een van de partijen;
2) een wettige verdenking;
3) bedreiging van de openbare veiligheid;
4) meer dan zes maanden verzuim om tot een oordeel te komen.
Van punt 4 kan in deze zaak geen sprake zijn, aangezien de uitspraak van 3 februari twee weken na de zitting van 20 januari zou volgen.
Het onttrekken van een rechtszaak op grond van ‘openbare veiligheid’ kan weliswaar alleen het Hof van Cassatie, maar het lijkt niet waarschijnlijk dat Aachboun dit argument als onderbouwing heeft ingediend.
Dan blijven de eerste twee eerste voorwaarden over: de verdenking dat een van de partijen via bloed- of aanverwantschap gelieerd is aan de rechter, danwel het bestaan van een andere verdenking met betrekking tot de rechter.

Wat gebeurt er nu?
Binnen acht dagen na indiening van het verzoek tot onttrekking, dus uiterlijk 8 februari, worden de rechter en de partijen door de griffier van het verzoek op de hoogte gesteld. Daarna krijgen de rechter en de partijen acht dagen de tijd om op het verzoekschrift te reageren (memorie) en relevante stukken aan te leveren, waarna de Cassatierechter onmiddellijk uitspraak doet – uiterlijk op 16 februari.
Mocht de Cassatierechter het verzoek niet ontvankelijk achten, dan kan de indiener (in dit geval Aachboun) een boete van 125–2500 Euro worden opgelegd.
Met het pubicatieverbod dat Aachboun nu is opgelegd, dreigt het de komende week stil te blijven rond de spraakmakende, maar door de reguliere media doodgezwegen, zaak ‘Aachboun vs Rutte & NAVO’.
Gerelateerd bericht